hier heb ik diverse sleutel tips ,

voor degene die hier behoefte aan heeft

als jouw fiets een onderhoudsbeurt nodig heeft ,mag je hem ook bij mij langs brengen.
even bellen of mailen voor een afspraak.(tegen een kleine vergoeding natuurlijk)

 

 

 

Let op: sommige handelingen vereisen wat ervaring. Het zelf kunnen onderhouden van de fiets is
 erg prettig en en scheelt kosten
voor de fietsenmaker, maar na het onderhoud moet de fiets wel veilig zijn.
 Lees eerst de hele handleiding door.
Twijfelt u of het gaat lukken, breng de fiets dan naar de fietsenmaker!










 
onderhoud wielrenfiets algemeen

Stalling: zet de fiets in een droge en goed geventileerde ruimte, om roestvorming te voorkomen.

Gebruik montagepasta: gebruik bij het monteren van zadelpen, stuurpen, pedalen etc. vet 

(of nog beter: speciale montage-pasta) om te verhinderen dat deze te vast komen te zitten.

NACONTROLE! Fiets uit elkaar gehad? Controleer dan na het sleutelen of alles weer juist en 

stevig bevestigd is voor de volgende tocht.

 Controleer vooral de werking van de remmen en versnellingen goed en of de wielen goed vast

 en recht zitten.

Zorg voor goed gereedschap.!!!

 

racefiets poetsen

eventueel rubberen (werkplaats-)handschoenen voor de smerigste klussen;

emmer met handwarm water en wat zeep (bijv. afwasmiddel), eventueel een slang;

borstels (diverse maten), niet-pluizende doeken en sponzen;

kettingontvetter en liefst ook een kettingreinigingsapparaat;

smeermiddel (bijv. dry lube);

eventueel wax voor het frame;

Gebruik gèèn agressieve reinigingsmiddelen.

Gebruik nooit een hogedrukspuit: de hoge druk kan water diep in de fiets persen, zodat het vitale onderdelen kan aantasten.

Volgorde: zorg eerst dat de standaard waarin de fiets wordt geklemBenodigheden:d schoon is (om krassen op het frame te voorkomen).

reparatiestandaard;

 Begin met de meest smerige onderdelen, de volgende volgorde is aan te bevelen:

KETTING & TANDWIELEN

ACHTER / VOOR DERAILLEUR

WIELEN (velg, naaf, spaken)

remmen

zadel

frame

Kettingsmeer van de handen: na het schoonmaken van de fiets zijn de handen meestal erg vies.

 Een goed middel om handen weer schoon te krijgen is speciale garagezeep met fijne zandkorreltjes.

Wat ook erg goed werkt, is een beetje waspoeder of vloeibaar wasmiddel. Gebruik daarna handcrème,

 omdat deze producten sterk ontvetten.

 Een bezoeker van deze site kwam met de volgende tip: reinig de handen eerst met (gebruikte) frituurolie, 

veeg het af met papier of een oude doek en was de handen daarna met een milde zeep.

Onderhoud

Het goed onderhouden van je mountainbike hoeft niet veel tijd of geld te kosten, maar verlengt de levensduur

 van je mountainbike wel aanzienlijk en voorkomt daarnaast onnodige reparaties. Op deze pagina vind je een

 aantal tips voor het snel en eenvoudig onderhouden van je mountainbike.

Schoonmaken van je mountainbike

Als je terug komt van het mountainbiken is schoonmaken wel het laatste waar je zin in hebt. Toch is dit een

 belangrijk onderdeel van het ouderhoud van je mountainbike.

Wanneer het droog weer is en er alleen het nodige stof en zand op je mtb terecht is gekomen,

 volstaat het dit met een zachte borstel of doek af te nemen. Zorg er wel voor dat je ook de ketting,

 derailleur en tandwielen van vuil ontdoet.

Bij nat weer vergt het schoonmaken van de mountainbike wat meer tijd. Je kunt er voor kiezen om 

de modder eerst op te laten drogen en dit later van de fiets te vegen, maar je kunt ook een tuinslang pakken.

 Wanneer je de mountainbike gaat afspuiten, zorg er dan voor dat de straal niet te hard is,

 hierdoor kan er water tussen de lagers gaan zitten. Probeer daarom zoveel mogelijk het vuil van de fiets te spuiten,

 zonder daarbij op zaken als de trapas, wielnaaf en vering te richten.

Smeren van de ketting

 

Nadat je de mountainbike goed hebt schoongemaakt, moet je nog even de ketting, derailleur en de tandwielen insmeren

. Dit zorgt ervoor dat het materiaal in goede conditie blijft en dat je ook de volgende keer nog zonder krakende en

 piepende onderdelen rond kunt rijden.

Een goed smeermiddel is teflon spray, dit kun je eenvoudig op de ketting spuiten om vervolgens de ketting een aantal 

keer over de verschillende tandwielen te laten geleiden. Niet iedereen is echter van mening dat teflon 

goed werkt voor je ketting, het invetten van de ketting is namelijk ook een manier om alles te onderhouden.

 Kijk daarom even wat je zelf het prettigst vindt.

Afstellen van de onderdelen

Daarnaast is het erg belangrijk om eens in de zoveel tijd je ketting en tandwielen grondig schoon te maken.

 Het beste kun je hiervoor de ketting even verwijderen (erg eenvoudig met een SRAM Powerlink).

 Door vervolgens de ketting in een sopje onder handen te nemen krijg je zelfs het vuil en vet tussen 

de schakels van de ketting weg.

Wanneer je de ketting er weer op hebt gelegd kun je (zonder vieze handen te krijgen) ook direct de

 derailleur nog eens goed afstellen. Wanneer deze goed is afgesteld slijten de onderdelen minder.

Wanneer je met velgremmen rondrijdt is het ook raadzaam om de slijtage hiervan in de gaten te houden. 

Wanneer ze scheef afslijten kun je de remmen is goed afstellen, of de remblokken andersom bevestigen.

 

Tacx fietstrainers

 

Onderstaand stappenplan kan je helpen bij het vervangen van je crankstel. Maar ook als je deze niet wilt vervangen, is het raadzaam om deze eens in de zoveel tijd te demonteren en goed schoon te maken.

Crankstel

Crankstel

Bij een normaal type crankstel gaat dit als volgt.

Als eerste draai je met een inbus de crankbout er uit.

Crankbout

Crankbout

Wanneer de crankbout verwijderd is, kun je met behulp van een zogenaamde cranktrekker, de crank demonteren.

Hiervoor schroef je de cranktrekker voorzichtig in de bus waar de crankbout zat, waarna je de schroef van de cranktrekker naar binnen draait. Het resultaat is dat je de crank als het ware van de fiets af duwt.

Cranktrekker

Cranktrekker

Je hebt nu de crank verwijderd, maar als je deze goed schoon wilt maken, of er eventueel een nieuw kettingblad op wilt zetten, dan zul je de crank zelf ook moeten demonteren. Hiervoor heb je een inbus met een ronde kogelkop nodig. Met deze inbussleutel kun je vervolgens de schroefjes op de tandwielen losdraaien, dit gaat erg strak dus enige kracht is vereist.

Crankstel schematisch

Crankstel schematisch

Denk er bij het in elkaar zetten van je crankstel aan dat je alle delen vooraf weer voorziet van montagevet, om alles in een goede staat te houden.

Onderstaand filmpje geeft in het Engels goed weer hoe je een crank (en bottom bracket) verwijderd.

 

 

Het vervangen van je cassette is geen klusje wat je zonder specifiek gereedschap wel even doet.

 Zorg ervoor dat je in ieder geval een cassette-afnemer en een kettingzweep in huis hebt (online te bestellen).

Haal als eerste het achterwiel uit de fiets, dit is via de snelspanners eenvoudig te doen. Vervolgens duw je de cassette-afnemer op de sluitring (de ring welke ervoor zorgt dat je cassette op zn plek blijft). Dan leg je de kettingzweep op de cassette, deze zorgt ervoor dat de cassette niet meedraait. Vervolgens kun je de sluitring losdraaien met de cassette-afnemer. Dit kan erg zwaar gaan, maar dat is normaal. Wanneer de cassette losdraait hoor je een ratelend geluid, ook dit is normaal, het betekent dat de sluitring los draait.

Cassette demonteren

Cassette demonteren

Wanneer je de cassette vervangt, vervang dan ook de ketting. En gebruik bij het monteren van een nieuwe cassette en sluitring montagevet, dit zorgt ervoor dat je niets kapot draait en dat het de volgende keer wat makkelijker los te krijgen is.

 

tot 40% korting op fietskleding

Het (de)monteren van de derailleur is niet zo moeilijk, het afstellen is alleen een erg nauwkeurig klusje. Met onderstaand stappenplan kan er gelukkig weinig fout gaan.

Achterderailleur

Begin altijd met de achterderailleur, leg de ketting daar op het kleinste tandwiel (er mag geen spanning op de derailleur staan). Vervolgens stel je de derailleur via het H-schroefje zo bij, dat het derailleurwieltje precies onder het kleinste tandwiel staat. Probeer daarna op te schakelen naar een grotere versnelling, lukt dit niet, draai dan het nippeltje net zo lang linksom tot dit wel lukt. Herhaal dit proces tot je bij het grootste tandwiel bent aanbeland. Hier stel je het L-schroefje zo af, dat de ketting niet tussen de cassette en het wiel kan vallen.

Ga nu terugschakelen, wanneer dit niet goed gaat stel je het weer af met het nippeltje.

2011 Shimano XTR RD-M980 achterderailleur

2011 Shimano XTR RD-M980 achterderailleur

Voorderailleur

Leg achter de ketting op het grootste tandwiel en voor op de kleinste. Stel met het L-schroefje de kooi zo bij dat de ketting vrij loopt van de kooi. Schakel nu een versnelling op, lukt dit niet dan is dit bij te stellen via het nippeltje. Herhaal dit proces tot aan het grootste tandwiel. Wanneer dit gelukt is, is het verstandig om de verschillende tandwielen (zowel voor-, als achter) langs te lopen. Schakelt het nog niet zoals je graag wilt, dan kun je het weer bijstellen.

2011 Shimano XTR FD-M981 voorderailleur

2011 Shimano XTR FD-M981 voorderailleur

Tip: wanneer je een gebruikte derailleur afstelt, zorg dan eerst dat alles goed schoon is, dit werkt niet alleen prettiger, maar ook het afstellen wordt hier een stuk eenvoudiger door.

 

Het vervangen van de ketting is, met het juiste gereedschap, een fluitje van een cent. Je kunt hiervoor het volgende stappenplan aanhouden:

Verwijderen oude ketting

Gebruik hiervoor een kettingpons. Leg de ketting in de kettingpons, zoals op onderstaande afbeelding is weergegeven. Draai vervolgens de kettingpons naar binnen, waardoor je het pinnetje uit de schakel wordt gedrukt. Dit gaat de eerste slag wat zwaar, maar daarna wordt het snel lichter. Tip: draai het pinnetje niet compleet uit de schakel, dan kun je de schakel eventueel nog een keer gebruiken.

Kettingpons

Kettingpons

Bevestigen nieuwe ketting

Zorg er allereerst voor dat je een goede ketting aanschaft. Het belangrijkste verschil is of je achter met een 7-, 8-, of een 9-speed cassette rijdt. Per cassette moet je een andere ketting hebben. De kettingen zijn eenvoudig online te bestellen.

Wanneer je eenmaal de juiste ketting hebt leg je de ketting over de cassette en de tandwielen voor. Zorg ervoor dat de ketting voor op het grootste blad ligt en achter op de kleinste, dit moet precies passen. Wanneer dit niet past kun je een schakel toevoegen of verwijderen met de kettingpons.

Wil je alles direct goed voor elkaar hebben, monteer dan een SRAM Powerlink in de ketting. Deze schakel kun je namelijk met de hand open-, en dichtmaken, waardoor het schoonmaken van de ketting veel sneller en beter gaat.

Let op:  tijdens het gebruik slijt een ketting af, maar dit geldt ook voor je cassette! Beide slijten namelijk op elkaar in, een nieuwe ketting op een oude cassette of vice versa loopt dus nooit zo goed als het was. Wanneer je een van beide vervangt doe je er dus goed aan ook direct de ander te vervangen. 

Tip: tijdens het mountainbiken kan de ketting nogal tegen de chainstay aan klapperen, wil je de lak hier graag intact houden? Bevestig hier dan een lizardskin bescherming op, of knip een stuk binnenband op maat en bind die er op vast.

 

Het vervangen van de pedalen is één van de makkelijkste zaken om zelf te doen. Wel is het zo dat je ook hier speciaal gereedschap in de vorm van een pedaalsleutel voor nodig hebt.

Verwijderen oude pedalen

Allereerst het verwijderen van de oude pedalen. Zet de sleutel op je pedaal en draai tegen de traprichting in (bij het linkerpedaal dus met de klok mee, bij het rechterpedaal tegen de klok in). Wanneer de pedalen loszitten zijn ze met de hand te verwijderen.

Bevestigen nieuwe pedalen

Op de nieuwe pedalen staat aangegeven of het een linker-, of rechterpedaal is, volg dit ook want deze verschillen qua schroefdraadrichting van elkaar. Smeer voor het indraaien wat montagepasta op de pedalen, dit bevordert de levensduur. Draai vervolgens het pedaal eerst met de hand een stuk in, om deze vervolgens met de sleutel goed vast te draaien (vast is vast, extreem hard aandraaien heeft geen zin).

SPD-pedalen

Het bevestigen van SPD-pedalen gaat op precies dezelfde manier als gewone pedalen. Wel moet je hierbij nog de schoenplaatjes onder de schoenen bevestigen. Hier kun je qua plaatsing nog een beetje mee experimenteren zodat je de optimale zitpositie verkrijgt (knieën niet teveel naar buiten of binnen).

Het inklikken kan zwaar of licht, wat je zelf het fijnst vindt. Om het inklikken makkelijker te maken kun je de veer wat minder strak zetten door middel van een schroefje op het pedaal. Andersom kun je het inklikken ook verzwaren door de veer met het schroefje wat strakker aan te draaien.

Tip: als je nog niet gewend bent aan SPD-pedalen is het aan te raden deze zo licht mogelijk te zetten, zo voorkom je voor een deel erg gênante valpartijen wanneer je vergeet uit te klikken.

 

De nieuwste GPS apparaten

Reiniging wielen

Maak de velgen en spaken schoon met een vochtige doek. Vuil op de velg laat de remblokjes sneller slijten. Neem de wielen uit het frame en verwijder de banden om overal goed bij te kunnen. Let erop dat er geen water in de velg achter blijft!

Inspectie wielen

Controleer de wielen regelmatig:

Bekijk eerst de velg. Is deze nog perfect recht en rond (dus geen hoogte- en zijslag)? Een gezonde velg heeft een vlak remvlak. Door remslijtage kan het velgvlak uithollen. Zet deze uitholling te ver door, dan ontstaan scheuren in de velg. Door valpartijen en opspattende steentjes kunnen er ook blutsen in de velg komen. Vervang een beschadigde velg: scheurt deze onderweg dan explodeert de band en is het niet meer mogelijk verder te fietsen!
Controleer of het velglint nog alle spaken / spaakgaten bedekt.
Pas op: maak de velgen niet vettig bij het smeren van andere onderdelen, want dan werken de remmen niet meer goed!

Controleer dan de spakenspanning: als de spanning goed is kun je de spaken niet makkelijk bewegen (max. 0,5 cm uitwijking) en produceren ze een hoge toon als je ze aanslaat. Is er een spaak gebroken, vervang deze dan. Is de algemene spanning te laag of zit een bepaalde spaak los, draai deze dan vaster met behulp van een spaaknippel (zie handleiding wiel richten hieronder).

Dan de flensen, dat zijn de "ringen" rondom de as, waarin de spaken bevestigd zitten. Kijk hierbij vooral of er geen scheurtjes zitten rondom de spaakogen. Bij beschadiging direct vervangen!

Kijk tot slot nog of er speling is op de naven: zet het wiel in het frame en probeer de velg tegen het remblokje aan te trekken. Beweegt de velg ten opzichte van het frame, dan is er speling: stel de naven bij zoals onderaan deze pagina beschreven.

Vervanging / Bevestiging wielen

Wiel uitnemen:

Schakelen: leg vòòr het uitnemen van het achterwiel de ketting voor op het buitenblad en achter op het kleinste tandwiel.

Rem open zetten: anders lukt het niet om het wiel uit te nemen (bij een goede, strakke afstelling). Shimano-remmen hebben een hendeltje op de rem zelf, bij Campagnolo zit het hendeltje in de remgreep.

Wiel uitnemen: open de snelspanner. Sommige voorvorken hebben veiligheidsnokjes, waardoor je de snelspanner ook een paar slagen los moet draaien om het voorwiel te kunnen uitnemen. Het achterwiel is wat lastiger: til de achterkant van de fiets iets op en klop met de hand het wiel uit het frame. Het wiel wordt dan nog tegengehouden door de ketting, buig de arm van de achterderailleur naar onderen en manoeuvreer het wiel tussen de ketting uit.
Leg de fiets na het uitnemen van het achterwiel niet op de achterderailleur: deze kan verbuigen of vies worden.

Wiel monteren:

Achterwiel: draai de derailleur met je hand naar achter, manoeuvreer het wiel op de goede manier tussen ketting en frame en breng het wiel naar zijn plaats.

Voorwiel: breng het wiel in de juiste positie en draai de snelspanner weer aan als er veiligheidsnokjes op de voorvork zitten.

Let er op dat het wiel recht zit.

De snelspanner moet goed strak staan, maar zorg dat hij ook weer los kan!

Rem dicht zetten. Controleer of de rem weer goed werkt en niet aanloopt.

Ligt de ketting voor en achter op het goede tandwiel?

Draai het pedaal een keer met de hand rond om te kijken of alles weer goed en soepel draait.

Smering wielen

Kraakt de velg, dan kan het helpen om op elke spaak(-nippel) een druppeltje olie aan te brengen, op het punt waar deze de velg in gaat.

Spaken vervangen

Een gebroken spaak moet worden vervangen. Onderstaande handleiding is voor wielen die op de traditionele wijze zijn gespaakt, dat wil zeggen met spaken die door een gaatje in de flens worden geregen en in de velg worden vastgemaakt met een spaaknippel.

Neem een nieuwe spaak met de zelfde lengte en diameter, liefst van hetzelfde merk.

Neem het wiel uit. Zit de gebroken spaak rechts in het achterwiel, dan zullen de tandwielen moeten worden verwijderd om voldoende werkruimte te hebben.

Verwijder de gebroken spaak: rijg het ene gedeelte door het gaatje in de flens en draai het andere deel uit de spaaknippel. Let op dat de spaaknippel niet de velg inschiet!

Kijk goed hoe de andere spaken in het wiel zitten: hoeveel andere spaken kruist een spaak en hoe kruisen ze elkaar, voorlangs of achterlangs? Houdt dit patroon aan bij het monteren van de nieuwe spaak.

Vet de schroefdraad van de spaak in, zodat deze later ook weer kan worden los gedraaid.

Rijg de spaak door de flens en draai de spaak aan totdat de spanning (te voelen en te horen) weer gelijk is aan die van de andere spaken aan die kant.

Zijn de velgen van het traditionele type (het velglint ligt op de koppen van de spaaknippels), controleer dan even of de spaak niet door het velglint steekt.

Controleer het wiel nu op hoogte- en breedteslag en verwijder deze indien aanwezig op basis van onderstaande handleiding.

Wiel richten / slag uit het wiel halen

Een wiel zonder slag en met strakke spaken gaat langer mee en stuurt en remt beter. Een slag uit het wiel halen is specialistenwerk, voor hen die het toch zelf willen proberen een handleiding:

Controleer het wiel eerst op beschadigingen (zie hierboven): bij beschadiging van velg, flens of spaken moeten de beschadigde onderdelen worden vervangen en heeft het dus (nog) geen zin om het wiel te richten.

Benodigd gereedschap: in elk geval een goed passende spaaksleutel, liefst ook een wielrichter en een centreerboog.

Laat het wiel in de fiets (en draai de rem zo ver dicht dat deze aan een kant de velg net raakt) of nog beter: gebruik een speciale richtbank/wielrichter.

Een wielrichter

Door spaken los of vast te draaien wordt het wiel een bepaalde kant op getrokken. Spaken hebben gewone rechtse draad, dus draai de nippels rechtsom om de spanning te verhogen.

Begin met het controleren van de spakenspanning:Nu de spaakspanning in het gehele wiel weer ongeveer gelijk is, zal de ergste slag er ook uit zijn en kan het echte richten beginnen.

Is de algemene spanning te laag, geef dan elke spaak evenveel extra spanning door ze allemaal met evenveel (kwart)slagen aan te draaien. Doe dit geleidelijk aan, bijvoorbeeld telkens met een kwart slag. Begin daarbij vanuit het ventiel, draai aan de eerste twee nippels, sla er vervolgens twee over, dan weer twee aandraaien etc. Neem vervolgens in een tweede ronde de overgeslagen spaken onder handen.

Achterwiel: de rechterspaken maken een kleinere hoek met de velg dan die aan de linkerkant. Draai daarom de rechterspaken iets meer aan, om te voorkomen dat de velg naar links wordt getrokken.

Zitten er losse spaken in het wiel, breng deze dan deze eerst weer op spanning door de bijbehorende nippels aan te draaien. Voer de spanning van de losse spaken niet te hoog op. Houd de gemiddelde spanning van de spaken in het wiel aan als richtlijn.

Is er een zijslag, draai dan de spaak aan de ‘bolle’ kant een kwar of achtste slag losser, en die aan de ‘holle’ kant evenveel vaster. Is de slag groter, betrek er dan ook de aangrenzende spaken bij, steeds per paar. Herhaal dit met steeds kleinere slagjes totdat het wiel weer recht is.

Verhelp dan een eventuele hoogteslag door de spaken aan beide kanten evenveel losser (als de velg te zeer naar binnen wordt getrokken) of vaster (waar de velg naar buiten komt) te draaien. Controleer als het wiel mooi rond is nog even of er door het verstellen niet opnieuw een lichte zijslag is ontstaan.

Denk er ook aan dat de velg in het midden van de as moet zitten! Voor het achterwiel betekent dit dat de spaken aan de kettingkant veel strakker en steiler staan dan aan de andere kant. Deze positie is te controleren met een centreerboog.

Een centreerboog

Een andere methode om te controleren of de velg in het midden over de naaf staat: zet het wiel even verkeerd om in het frame. Komt de velg dan weer net zo tussen de vork, dan is het wiel symmetrisch. Centreer de velg door de spaaknippels aan een zijde met 1/4 slag aan te draaien; gebruik hierbij het ventielgat als referentiepunt. Draai de spaaknippels aan de andere zijde evenveel los. Controleer de centrering, en herhaal dit proces tot de velg precies in het midden staat.

Bekijk nu de algemene spaakspanning. Is deze te laag, draai dan alle nippels evenveel aan. Herhaal dit proces tot de spanning rondom hoog genoeg is.

Het wiel nadrukken zodat de nippels zich 'zetten'. Doe dit door de naaf op de grond te plaatsen en rondom op de velg te duwen. Knijp ook steeds paren van spaken (naast en tegenover elkaar) naar elkaar toe. Controleer dan nogmaals of het wiel helemaal recht is, en stel eventueel nog wat bij.

Controleer tot slot of er geen spaken door de nippels heen steken en of het velglint goed op zijn plaats zit. Dit kan namelijk lekke banden veroorzaken.

snelspanners

Reiniging & Smering snelspanners

Haal na enkele wasbeurten of ritten in nat weer de snelspanners uit de naaf, maak ze schoon en vet de assen over de gehele lengte in om roestvorming te voorkomen. Breng bij het monteren de veertjes zo aan dat de wijdste kant naar buiten is gericht.

Inspectie snelspanners

Controleer voor elke rit of de snelspanners dicht staan.

Afstelling snelspanners

zet het wiel recht in het frame;

zet de hendel halverwege tussen open en dicht;

draai de stelmoer handvast aan;

zet de hendels zo, dat ze na het dichtklappen niet in de weg zitten van andere fietsonderdelen of -accessoires en zodat obstakels op de weg niet achter de hendels kunnen blijven haken: de snelspanner voor naar boven geklapt, achter is de beste positie tussen de liggende en staande buis van de vork;

klap de hendel dicht;

als het goed is, is bij het dichtklappen enige weerstand te voelen. Zo niet, klap dan de hendel weer open en draai de stelmoer iets vaster.

naven

Inspectie naven

Speling constateren: zet het wiel in het frame en probeer de velg tegen het remblokje aan te trekken. Beweegt de velg ten opzichte van het frame, dan is er speling: stel de naven bij zoals aan het slot van onderstaande handleiding beschreven.

Smering naven

Laat de naven iedere 2.000 à 3.000 km smeren door een fietsenmaker. Dit is ook wel zelf te doen, maar vereist wat handigheid en, afhankelijk van het type naaf, speciaal gereedschap:

haal de wielen uit het frame en verwijder de snelspanners (maak deze schoon als ze vies zijn);

schroef de naven open: met een beetje geluk lukt dit met steeksleutels, maar het kan zijn dat er speciaal gereedschap voor nodig is. Let op dat de kogels er niet uitvallen!;

als de naaf nog soepel liep en het vet waar de kogels in liggen nog schoon is, hoeft er niets te gebeuren. Is dat niet zo, maak dan alles goed schoon (met ontvetter) en controleer op beschadigingen: liep de naaf niet goed, dan kan het nodig zijn de kogels te vervangen. Vet daarna de kogels weer goed in met kogellagervet;

schroef de naaf weer dicht. Dit is het moment waarop de naaf wordt afgesteld: draai hem niet te strak aan, want dan kan het wiel niet soepel ronddraaien, maar ook niet te los omdat er dan speling op komt. Dit is een kwestie van blijven proberen, met telkens een klein tikje vaster of juist losser; een klein beetje speling is acceptabel. Controleer voor het aanbrengen van de snelspanner of het wiel soepel draait;

breng de snelspanner aan en zet het wiel terug in het frame.

Vanavond Fietsen? Bestel voor 15u!

fietsonderhoud: banden racefiets

Heeft uw racefiets een lekke band? Op deze pagina een handleiding voor het plakken of verwisselen van de binnenband van de racefiets!

 Verder ook tips voor het schoonmaken, inspecteren, oppompen en monteren van de binnen- en buitenband.

reiniging buitenband racefiets

Maak de buitenbanden met een vochtige doek schoon.

Zeker door rijden op (natte) wegen met steenslag kunnen er kleine steentjes, stukjes glas etc. in de buitenband komen. 

Deze kunnen op den duur doordringen tot de binnenband en zo een lekke band veroorzaken. De meeste lekke banden komen door steentjes

 of stukjes glas die al langer in de buitenband zaten! Peuter deze er daarom regelmatig uit,dit gaat het best als de lucht uit de banden is.

 

 

inspectie buitenband racefiets

Controleer voor iedere rit de bandenspanning. Voor wielrennen moet de bandenspanning minimaal 6 bar zijn, liefst 8. 

Te weinig druk in de banden geeft extra rolweerstand (trapt zwaarder), een verhoogde slijtage en extra kans op stootlekken. 

De maximum druk staat vaak op de buitenband aangegeven.

Kijk ook telkens naar de staat van de banden: zitten er steentjes of scheuren in, zijn ze versleten?

oppompen band racefiets

De meeste racefietsen hebben banden met prestaventiel, ook wel Frans ventiel genoemd.

verwijder eerst het dopje, wanneer aanwezig;

draai het ventiel open en druk het ventiel licht in, zodat er een beetje lucht ontsnapt;

pomp de band op met een fietspomp met prestafitting tot de gewenste druk. 

 

De maximum druk (en soms ook de aanbevolen druk) staat vaak op de buitenband aangegeven in bar (atm) of psi (100 psi = 7 bar);

draai weer met de hand dicht en bevestig eventueel het dopje.

     

vervanging / monteren banden racefiets

Binnenbanden zijn gemaakt van butyl (synthetisch rubber) of latex. De butyl-banden worden het meeste gebruikt.

 Deze hebben het voordeel dat ze langer op spanning blijven. Latex-binnenbanden moeten vaker worden opgepompt, 

maar hebben als voordeel dat ze de buitenband minder rolweerstand geven.

 

Vervang de buitenbanden minimaal eens per jaar, en tussendoor als ze versleten zijn, 

dat wil zeggen als er scheuren in zitten of als de toplaag afgesleten is. 

Let bij het vervangen van een buitenband op het volgende:

neem de juiste maat: omtrek en breedte moeten bij de velg passen;

 

soms moet de band in een bepaalde richting worden gemonteerd. Dan staat er een pijl op de band. 

De band moet dan zo worden aangebracht, dat het wiel (vooruit rijdend) in de richting van de pijl draait;

zie voor het monteren de handleiding voor het verwisselen/plakken van een binnenband hieronder.

 

De achterband heeft meer te verduren en slijt daardoor sneller dan de voorband. 

Ruil ongeveer halverwege de slijtage de banden om, zodat beide banden even lang mee kunnen. 

Zorg echter zeker ook voor voldoende profiel op de voorbanden: bij een slippend voorwiel zijn de gevolgen

 groter dan bij een slippend achterwiel!

 

Voor de banden is het beter als de fiets buiten gebruik wordt opgehangen, zodat er geen druk op staat. 

Laat, als de fiets lange tijd niet wordt gebruikt, ongeveer de helft van de lucht uit de banden.

handleiding plakken binnenband racefiets / verwisselen

Het kunnen plakken van een band is een basisvaardigheid voor elke fietser. 

Voor hen die het banden plakken nog niet beheersen een handleiding.

 

Bij een lekke band onderweg nemen de meeste fietser een nieuwe binnenband, zodat men sneller weer op weg kan. 

De lekke binnenband kan dan thuis worden geplakt (sommigen gooien lekke binnenbandjes direct weg). 

Neem ook altijd wat plakkers en solutie mee onderweg, voor als je tijdens de tocht meer dan één lekke band krijgt. 

De werkwijze bij het verwisselen en plakken van een binnenband is grotendeels hetzelfde:

 

Schakelen: schakel bij een lekke achterband de ketting naar op het buitenblad en achter naar het kleinste tandwiel.

 

Rem open zetten: anders lukt het vaak niet het wiel uit te nemen.

 Shimano-remmen hebben een hendeltje op de rem zelf, bij Campagnolo zit het hendeltje in de remgreep.

 

Wiel uitnemen: open de snelspanner. Sommige voorvorken hebben veiligheidsnokjes, waardoor je de snelspanner

 ook los moet draaien om het voorwiel te kunnen uitnemen. Het achterwiel is wat lastiger: til de achterkant van de fiets

 iets op en klop met de hand het wiel uit het frame. Het wiel wordt dan nog tegengehouden door de ketting, 

buig de arm van de achterderailleur naar onderen en manoeuvreer het wiel tussen de ketting uit.


Leg de fiets na het uitnemen van het achterwiel niet op de achterderailleur: deze kan verbuigen of vies worden.

 

Band leeg laten: laat de binnenband helemaal leeglopen en duw het ventiel naar binnen.

 

Binnenband uitnemen: druk de buitenband vanaf één zijde (bij het achterwiel de zijde zonder tandwielen) naar het midden

 van de velg en steek een bandenlichter onder de banddraad. Steek 5 à 10 cm verder nog een bandenlichter onder de

 banddraad en licht de rand van de band beetje bij beetje uit de velg. Als ongeveer een kwart van de buitenband los zit is de

 druk eraf en is de band met een vinger verder los te maken. Trek nu de binnenband eruit; het ventiel het laatst.

 

Lek zoeken en markeren: pomp de binnenband weer een beetje op om te achterhalen waar het lek zit. 

Erg kleine gaatjes zijn op te sporen door de band onder water te houden. Is er geen lek te vinden,

 dan het zijn dat er iets mis is met het ventiel. Maak de band droog en markeer het lek - als je gaat plakken - met een pen of krijt

. Controleer vervolgens voor de zekerheid nog of er nog meer gaatjes in de band zitten.

 

Controle buitenband: voel de hele buitenband na op steentjes e.d., deze kunnen nog in de band zitten of los onderin de band liggen.

 Let daarbij vooral op het stuk waar het lek is ontstaan.
Is er sprake van een snake-byte (twee gaatjes naast elkaar) dan zal het een stootlek zijn en wordt dus

 waarschijnlijk geen steentje gevonden. Bij een stootlek kunnen spaken zijn gebroken; 

controleer daarom de spaken en kijk of het wiel nog recht en rond is.
Daarnaast kan het lek zijn veroorzaakt door een uitstekende spaak: 

leg in dat geval het velglint weer goed en vijl eventueel de punt van de spaak bij.

 

Binnenband vervangen: leg er een passende binnenband op, dat wil zeggen de juiste lengte,

 de breedte passend bij de buitenband, ventiel van het juiste type (auto- of frans/presta-ventiel) en 

de juiste lengte (afhankelijk van de velghoogte). Zie voor het monteren vanaf stap 14.

 

Binnenband plakken: de volgende vier stappen gaan specifiek over het plakken van een lekke binnenband.

 

Binnenband opschuren: klem de binnenband strak om een hand, zodat de plek met het lek op de rug van de hand zit.

 Schuur nu het deel waar de plakker moet komen (iets ruimer) op met een schuurpapiertje of een stukje schuurlinnen,

 totdat het oppervlak wat dof is (niet meer glanst).

 

Solutie aanbrengen: zorg ervoor dat er een dunne, gelijkmatige laag ontstaat, die iets groter is dan de plakker.

 

Laten drogen: de solutie moet helemaal droog zijn! Wacht dus een paar minuten en blaas eventueel wat om het drogen te versnellen.

 

Plakker aanbrengen: pomp de band half op, haal het aluminiumfolie van de plakker (raak de lijmlaag op de plakker niet aan) 

en plak deze op het lek. Wrijf de plakker stevig aan, wederom op de rug van de hand. Het stukje beschermfolie aan de bovenzijde

 van de plakker zal nu vanzelf loslaten.

 

Binnenband op velg leggen: pomp de binnenband op zodat die net in model komt en niet dubbel gaat zitten.

 Pomp er niet teveel lucht in, want dan wordt hij te lang en past hij niet meer goed in de buitenband! 

Controleer of het velglint goed ligt. Duw het ventiel door het ventielgat en leg de binnenband in de buitenband, 

die al met één rand in de velg ligt. Zorg ervoor dat het ventiel recht blijft zitten. 

Druk met de losse zijde van de buitenband de binnenband over de velgrand. 

Begin nu tegenover het ventiel met het terugleggen van de buitenband, aan weerszijde gelijkmatig omhoog werkend.

 Het laatste stukje is het lastigst. Is de band erg stug, masseer de band dan vanaf de overzijde van het ventiel aan beide

 zijden richting het ventiel. Laat eventueel de lucht uit de band en werk met beide handen tot de buitenband het verzet 

opgeeft en op zijn plek valt. Druk het ventiel de band in, zodat de verdikking bij het ventiel niet tussen buitenband en velg zit.

 Gebruik bij het opleggen van de buitenband nooit bandenlichters, daardoor kan de binnenband weer lek geprikt worden!

 

Band oppompen: pomp weer iets lucht in de band en duw over de hele omtrek de buitenband naar binnen om te kijken

 of de binnenband nergens klem zit. Pomp dan de band op, let erop dat de band mooi rond loopt en overal goed in de velg zit.

 

Wiel terugzetten: let er op dat het wiel recht zit. De snelspanner moet goed strak staan, maar zorg dat hij ook weer los kan!

 

Rem dicht zetten (controleer of de rem weer goed werkt en niet aanloopt).

 

Ketting controleren: ligt deze voor en achter op het goede tandwiel? Draai het pedaal een keer met de hand rond om te

 kijken of alles weer goed en soepel draait en schakel even wat lichter om weer gemakkelijk te kunnen vertrekken.