Reiniging wielen
Maak de velgen en spaken schoon met een vochtige doek. Vuil op de velg laat de remblokjes sneller slijten. Neem de wielen uit het frame en verwijder de banden om overal goed bij te kunnen. Let erop dat er geen water in de velg achter blijft!
Inspectie wielen
Controleer de wielen regelmatig:
Bekijk eerst de velg. Is deze nog perfect recht en rond (dus geen hoogte- en zijslag)? Een gezonde velg heeft een vlak remvlak. Door remslijtage kan het velgvlak uithollen. Zet deze uitholling te ver door, dan ontstaan scheuren in de velg. Door valpartijen en opspattende steentjes kunnen er ook blutsen in de velg komen. Vervang een beschadigde velg: scheurt deze onderweg dan explodeert de band en is het niet meer mogelijk verder te fietsen!
Controleer of het velglint nog alle spaken / spaakgaten bedekt.
Pas op: maak de velgen niet vettig bij het smeren van andere onderdelen, want dan werken de remmen niet meer goed!
Controleer dan de spakenspanning: als de spanning goed is kun je de spaken niet makkelijk bewegen (max. 0,5 cm uitwijking) en produceren ze een hoge toon als je ze aanslaat. Is er een spaak gebroken, vervang deze dan. Is de algemene spanning te laag of zit een bepaalde spaak los, draai deze dan vaster met behulp van een spaaknippel (zie handleiding wiel richten hieronder).
Dan de flensen, dat zijn de "ringen" rondom de as, waarin de spaken bevestigd zitten. Kijk hierbij vooral of er geen scheurtjes zitten rondom de spaakogen. Bij beschadiging direct vervangen!
Kijk tot slot nog of er speling is op de naven: zet het wiel in het frame en probeer de velg tegen het remblokje aan te trekken. Beweegt de velg ten opzichte van het frame, dan is er speling: stel de naven bij zoals onderaan deze pagina beschreven.
Vervanging / Bevestiging wielen
Wiel uitnemen:
Schakelen: leg vòòr het uitnemen van het achterwiel de ketting voor op het buitenblad en achter op het kleinste tandwiel.
Rem open zetten: anders lukt het niet om het wiel uit te nemen (bij een goede, strakke afstelling). Shimano-remmen hebben een hendeltje op de rem zelf, bij Campagnolo zit het hendeltje in de remgreep.
Wiel uitnemen: open de snelspanner. Sommige voorvorken hebben veiligheidsnokjes, waardoor je de snelspanner ook een paar slagen los moet draaien om het voorwiel te kunnen uitnemen. Het achterwiel is wat lastiger: til de achterkant van de fiets iets op en klop met de hand het wiel uit het frame. Het wiel wordt dan nog tegengehouden door de ketting, buig de arm van de achterderailleur naar onderen en manoeuvreer het wiel tussen de ketting uit.
Leg de fiets na het uitnemen van het achterwiel niet op de achterderailleur: deze kan verbuigen of vies worden.
Wiel monteren:
Achterwiel: draai de derailleur met je hand naar achter, manoeuvreer het wiel op de goede manier tussen ketting en frame en breng het wiel naar zijn plaats.
Voorwiel: breng het wiel in de juiste positie en draai de snelspanner weer aan als er veiligheidsnokjes op de voorvork zitten.
Let er op dat het wiel recht zit.
De snelspanner moet goed strak staan, maar zorg dat hij ook weer los kan!
Rem dicht zetten. Controleer of de rem weer goed werkt en niet aanloopt.
Ligt de ketting voor en achter op het goede tandwiel?
Draai het pedaal een keer met de hand rond om te kijken of alles weer goed en soepel draait.
Smering wielen
Kraakt de velg, dan kan het helpen om op elke spaak(-nippel) een druppeltje olie aan te brengen, op het punt waar deze de velg in gaat.
Spaken vervangen
Een gebroken spaak moet worden vervangen. Onderstaande handleiding is voor wielen die op de traditionele wijze zijn gespaakt, dat wil zeggen met spaken die door een gaatje in de flens worden geregen en in de velg worden vastgemaakt met een spaaknippel.
Neem een nieuwe spaak met de zelfde lengte en diameter, liefst van hetzelfde merk.
Neem het wiel uit. Zit de gebroken spaak rechts in het achterwiel, dan zullen de tandwielen moeten worden verwijderd om voldoende werkruimte te hebben.
Verwijder de gebroken spaak: rijg het ene gedeelte door het gaatje in de flens en draai het andere deel uit de spaaknippel. Let op dat de spaaknippel niet de velg inschiet!
Kijk goed hoe de andere spaken in het wiel zitten: hoeveel andere spaken kruist een spaak en hoe kruisen ze elkaar, voorlangs of achterlangs? Houdt dit patroon aan bij het monteren van de nieuwe spaak.
Vet de schroefdraad van de spaak in, zodat deze later ook weer kan worden los gedraaid.
Rijg de spaak door de flens en draai de spaak aan totdat de spanning (te voelen en te horen) weer gelijk is aan die van de andere spaken aan die kant.
Zijn de velgen van het traditionele type (het velglint ligt op de koppen van de spaaknippels), controleer dan even of de spaak niet door het velglint steekt.
Controleer het wiel nu op hoogte- en breedteslag en verwijder deze indien aanwezig op basis van onderstaande handleiding.
Wiel richten / slag uit het wiel halen
Een wiel zonder slag en met strakke spaken gaat langer mee en stuurt en remt beter. Een slag uit het wiel halen is specialistenwerk, voor hen die het toch zelf willen proberen een handleiding:
Controleer het wiel eerst op beschadigingen (zie hierboven): bij beschadiging van velg, flens of spaken moeten de beschadigde onderdelen worden vervangen en heeft het dus (nog) geen zin om het wiel te richten.
Benodigd gereedschap: in elk geval een goed passende spaaksleutel, liefst ook een wielrichter en een centreerboog.
Laat het wiel in de fiets (en draai de rem zo ver dicht dat deze aan een kant de velg net raakt) of nog beter: gebruik een speciale richtbank/wielrichter.
Een wielrichter
Door spaken los of vast te draaien wordt het wiel een bepaalde kant op getrokken. Spaken hebben gewone rechtse draad, dus draai de nippels rechtsom om de spanning te verhogen.
Begin met het controleren van de spakenspanning:Nu de spaakspanning in het gehele wiel weer ongeveer gelijk is, zal de ergste slag er ook uit zijn en kan het echte richten beginnen.
Is de algemene spanning te laag, geef dan elke spaak evenveel extra spanning door ze allemaal met evenveel (kwart)slagen aan te draaien. Doe dit geleidelijk aan, bijvoorbeeld telkens met een kwart slag. Begin daarbij vanuit het ventiel, draai aan de eerste twee nippels, sla er vervolgens twee over, dan weer twee aandraaien etc. Neem vervolgens in een tweede ronde de overgeslagen spaken onder handen.
Achterwiel: de rechterspaken maken een kleinere hoek met de velg dan die aan de linkerkant. Draai daarom de rechterspaken iets meer aan, om te voorkomen dat de velg naar links wordt getrokken.
Zitten er losse spaken in het wiel, breng deze dan deze eerst weer op spanning door de bijbehorende nippels aan te draaien. Voer de spanning van de losse spaken niet te hoog op. Houd de gemiddelde spanning van de spaken in het wiel aan als richtlijn.
Is er een zijslag, draai dan de spaak aan de ‘bolle’ kant een kwar of achtste slag losser, en die aan de ‘holle’ kant evenveel vaster. Is de slag groter, betrek er dan ook de aangrenzende spaken bij, steeds per paar. Herhaal dit met steeds kleinere slagjes totdat het wiel weer recht is.
Verhelp dan een eventuele hoogteslag door de spaken aan beide kanten evenveel losser (als de velg te zeer naar binnen wordt getrokken) of vaster (waar de velg naar buiten komt) te draaien. Controleer als het wiel mooi rond is nog even of er door het verstellen niet opnieuw een lichte zijslag is ontstaan.
Denk er ook aan dat de velg in het midden van de as moet zitten! Voor het achterwiel betekent dit dat de spaken aan de kettingkant veel strakker en steiler staan dan aan de andere kant. Deze positie is te controleren met een centreerboog.
Een centreerboog
Een andere methode om te controleren of de velg in het midden over de naaf staat: zet het wiel even verkeerd om in het frame. Komt de velg dan weer net zo tussen de vork, dan is het wiel symmetrisch. Centreer de velg door de spaaknippels aan een zijde met 1/4 slag aan te draaien; gebruik hierbij het ventielgat als referentiepunt. Draai de spaaknippels aan de andere zijde evenveel los. Controleer de centrering, en herhaal dit proces tot de velg precies in het midden staat.
Bekijk nu de algemene spaakspanning. Is deze te laag, draai dan alle nippels evenveel aan. Herhaal dit proces tot de spanning rondom hoog genoeg is.
Het wiel nadrukken zodat de nippels zich 'zetten'. Doe dit door de naaf op de grond te plaatsen en rondom op de velg te duwen. Knijp ook steeds paren van spaken (naast en tegenover elkaar) naar elkaar toe. Controleer dan nogmaals of het wiel helemaal recht is, en stel eventueel nog wat bij.
Controleer tot slot of er geen spaken door de nippels heen steken en of het velglint goed op zijn plaats zit. Dit kan namelijk lekke banden veroorzaken.
Reiniging & Smering snelspanners
Haal na enkele wasbeurten of ritten in nat weer de snelspanners uit de naaf, maak ze schoon en vet de assen over de gehele lengte in om roestvorming te voorkomen. Breng bij het monteren de veertjes zo aan dat de wijdste kant naar buiten is gericht.
Inspectie snelspanners
Controleer voor elke rit of de snelspanners dicht staan.
Afstelling snelspanners
zet het wiel recht in het frame;
zet de hendel halverwege tussen open en dicht;
draai de stelmoer handvast aan;
zet de hendels zo, dat ze na het dichtklappen niet in de weg zitten van andere fietsonderdelen of -accessoires en zodat obstakels op de weg niet achter de hendels kunnen blijven haken: de snelspanner voor naar boven geklapt, achter is de beste positie tussen de liggende en staande buis van de vork;
klap de hendel dicht;
als het goed is, is bij het dichtklappen enige weerstand te voelen. Zo niet, klap dan de hendel weer open en draai de stelmoer iets vaster.
Inspectie naven
Speling constateren: zet het wiel in het frame en probeer de velg tegen het remblokje aan te trekken. Beweegt de velg ten opzichte van het frame, dan is er speling: stel de naven bij zoals aan het slot van onderstaande handleiding beschreven.
Smering naven
Laat de naven iedere 2.000 à 3.000 km smeren door een fietsenmaker. Dit is ook wel zelf te doen, maar vereist wat handigheid en, afhankelijk van het type naaf, speciaal gereedschap:
haal de wielen uit het frame en verwijder de snelspanners (maak deze schoon als ze vies zijn);
schroef de naven open: met een beetje geluk lukt dit met steeksleutels, maar het kan zijn dat er speciaal gereedschap voor nodig is. Let op dat de kogels er niet uitvallen!;
als de naaf nog soepel liep en het vet waar de kogels in liggen nog schoon is, hoeft er niets te gebeuren. Is dat niet zo, maak dan alles goed schoon (met ontvetter) en controleer op beschadigingen: liep de naaf niet goed, dan kan het nodig zijn de kogels te vervangen. Vet daarna de kogels weer goed in met kogellagervet;
schroef de naaf weer dicht. Dit is het moment waarop de naaf wordt afgesteld: draai hem niet te strak aan, want dan kan het wiel niet soepel ronddraaien, maar ook niet te los omdat er dan speling op komt. Dit is een kwestie van blijven proberen, met telkens een klein tikje vaster of juist losser; een klein beetje speling is acceptabel. Controleer voor het aanbrengen van de snelspanner of het wiel soepel draait;
breng de snelspanner aan en zet het wiel terug in het frame.